Zorg voor een juiste laadkabel of kabelhaspel
“Het gebruik van de laadkabel en eventueel een kabelhaspel vraagt de nodige aandacht. Denk in ieder geval aan de volgende tips.”
Laadkabel
- Het is belangrijk dat u het goede type laadkabel gebruikt. Namelijk een kabel met een mantel van neopreen.
- Let ook op de dikte van de kabel. Voor uw elektrische werkvoertuig dient deze 3×2,5mm2 te zijn.
- Gebruik géén huis-tuin-en-keuken-verdeeldozen. Ook extra verlengkabels kunt u beter niet gebruiken. Het gebruik van verdeeldozen en extra kabels kan zelfs gevaarlijk zijn.
- Is het laadsysteem van uw voertuig niet ingebouwd? Dan raden wij u aan om de losse acculader aan de wand te monteren of van de vloer af te plaatsen. Dit voorkomt schade door bijvoorbeeld nat worden of als er tegenaan wordt gereden (aanrijdschade).
- Zorg ervoor dat de stekker en de kabel onbeschadigd is. Hiermee voorkomt u kortsluiting.
- Laad de accu altijd in een goed geventileerde ruimte op. Tijdens het laden komt namelijk waterstofgas vrij. Dit kan in een geheel afgesloten ruimte gevaar opleveren.
Capaciteit
- Laad steeds één voertuig per groep van 230V-16A
Kabelhaspel
- Uiteraard kunt u een kabelhaspel gebruiken. Maar houd wel rekening met de capaciteit van de kabelhaspel. Deze moet goed aansluiten op de capaciteit van de acculader. Is dit niet het geval, dan kan het maar zo zijn dat uw voertuig niet goed wordt opgeladen omdat de thermische beveiliging eruit gaat.
- Zorg ervoor dat de kabelhaspel volledig is afgerold.
- Tip: wilt u een kabelhaspel gebruiken? De monteurs van Electrocar adviseren u graag over welke haspel u het beste kunt gebruiken of dat er misschien alternatieven zijn!
Nog één tip….
- Zorg zoveel mogelijk voor een volledige lading van de accu’s. Deelladingen kunnen wel, maar verkleinen de capaciteit van de accu’s. Als een volledige lading niet altijd kan, zorg er dan in ieder geval voor dat er op vijf deelladingen één volledige lading plaatsvindt.