Ga naar de inhoud

Laad de accu goed en veilig op

Het opladen van de accu (traktiebatterij) vraagt om de nodige aandacht. Met deze tips gaat de accu absoluut langer mee.

  • Laad de accu (traktiebatterij) direct na werktijd op of als het lampje op het dashboard begint te knipperen.
  • Laat een accu nooit in een ontladen toestand staan. Als de accu regelmatig bijna leeg is en zo een tijd blijft staan, dan verkort dit de levensduur van de accu.
  • Als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt, is het raadzaam deze te stallen in een droge, goed geventileerde ruimte.
    De ruimte moet ook tegen vorst beschermd zijn. Laat de accu aan de lader aangesloten.
  • Tussentijds of maar gedeeltelijk opladen is niet goed voor de accu. De accu heeft namelijk een laadcyclus van zes tot tien uur. Wordt dit tussentijds onderbroken, dan zal het laden niet voltooid zijn. Dit ‘tussenladen’ gebeurt vaak tijdens pauzes of als het even minder druk is.
  • Ga verstandig om met het accu laden. Dus:
    • Voorkom oververhitting door het gebruik van verlengsnoeren en opgerolde kabelhaspels.
    • Tijdens het laden van de accu komt er waterstofgas vrij. Als dit waterstof in aanraking komt met zuurstof, kan er knalgas ontstaan. Zorg daarom voor een goede ventilatie van de ruimte waar de accu geladen wordt.
    • Voorkom kortsluiting door het gebruik van een beschadigde laderkabel (doordat er bijvoorbeeld overheen is gereden).
    • Indien uw voertuig een losse acculader heeft, plaats de lader op een veilige plek. Bij voorkeur van de vloer af. Dit verkleint de kans op aanrijdschade en blootstelling met water.
    • Plaats de lader niet in de buurt van brandbare goederen.

 

Vragen?
Neem bij vragen of voor meer informatie gerust contact op.

Brochure downloaden

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.